De bovenstaande vraag komt voort uit het spreekwoord “die bang is voor bramen moet uit het bos blijven”. Ik kende hem niet. Vrij vertaald betekent het, als je bang bent om aan iets te beginnen dan kun je het beter niet doen. Of is het een uitdaging en uitnodiging om juist uit je comfortzone te komen. De energie van augustus is je daarin goed gezind.
En wil je lekkere bramen, dan is dit de tijd om het bos in te gaan. Tijdens een van mijn hardlooprondjes plukte ik zo een zak vol en dat was nog maar het begin van de rijkdom die er in de struiken hing.
Ingrediënten bramenchutney met honing
| 500 gram | bramen |
| 2 | appels |
| 1 grote | ui |
| 1 teentje | knoflook |
| 1 eetlepel | honing |
| 1 cm | gember |
| 1 eetlepel | citroenrasp |
| 1 scheut | rode wijn |
| 1 scheut | natuurazijn |
| 1 stukje | pijpkaneel |
| 1 theelepel | cardamom |
| plantaardige olie |
Voor deze bereidingswijze van deze chutney zijn er twee mogelijkheden. Als je het niet erg vindt om bramenpitjes in de chutney te hebben dan kun je voor de snelle variant kiezen. Anders is het handig om de bramen eerst tot moes te koken en te passeren door een fijne zeef alvorens je de andere ingrediënten toevoegt. Snijd de uien, knoflook, gember en appels fijn. Fruit deze in plantaardige olie. Voeg dan de (gepasseerde) bramen, pijpkaneel, azijn, rode wijn, citroenrasp en cardamom toe. Breng het geheel aan de kook. Laat op een zacht vuurtje sudderen tot de chutney stroperig is. Voeg op het allerlaatst de honing toe en roer goed. Vul de chutney af in glazen potten. Zet ze na het afvullen even op de kop.
